maandag 28 november 2011

Geluk zit soms in kleine dingetjes

Soms lijkt het dat het leven een opstapeling is van keine ergernissen. Vorige week ging mijn laptop stuk, waar ik net een paar hoofdstukken op heb zitten typen zonder een back-up te maken. Nu vechten we om de overgebleven laptop van Suzanne en door het vele rondgezeul van het apparaat, want daarvoor hebben natuurlijk een laptop, zodat je er overal, maar dan ook overal mee kunt werken is nu de stekker van de oplader kapot. Gelukkig hebben we nog een paar reserve snoeren. De afstandbediening van de TV is stuk. Nu lig ik steeds op mijn knieen aan die kleine knopjes te priegelen, maar het lekker lui zappen vanaf de bank is er nu wel even vanaf. Wat een luxe problemen kan een mens hebben. In het tijdperk van de digitale flatscreens met atomatische opname box ben ik natuurlijk de laatste der mohikanen met een dergelijk probleem, net zoals ik door sommigen met afgunst, maar door de meesten onder jullie met de nek wordt aangekeken als ze mijn oude Nokia mobiel zien. Een andere dagelijkse ergernis zal wel meer herkenbaar zijn. De ergernis van de haperende fietslamp, vooral degenen met middelbareschoolgaande kinderen. Heb je net eindelijk een doosje nieuwe AAA baterijen gekocht, het verroeste schroefje eruit gekregen in het donkere gangtje, de batterijen er op de juiste manier ingeschoven en het hele zaakje weer dichtgeschroefd, doet het snertding het nog steeds niet. Fluitje van een cent dacht je nog toen je aan het klusje begon. Gelukkig hebben we nog een Hemazak vol met halfzachte reserve lichtjes in de la van het groene kastje liggen, die we telkens weer terug stoppen in plaats dat we er een opgebruiken en weggooien als die het niet meer doet en dan een nieuwe pakken. Het voelde een tijd best luxe om er gewoon een uit de zak te pakken. Er zitten van de superkleine Hemalichtjes in die voortdurend per ongeluk aanstaan omdat het knopje zo gevoelig is. Maar vanochtend, de ochtend na de mislukte batterijen vervanging, vond ik nog een degelijk lichtje. Zo'n groter aancliplampje die je op meerdere standen kunt zetten. "Hier neem die maar." zei ik "Die kan ik er niet opclippen" zei Suzanne nog. "Wel waar, gewoon aan je jas of zo" Maar nee, als gewoonlijk had ze gelijk, het clipje ontbrak. Maar natuurlijk hadden we het lampje niet weggegooid, want he, hij deed het nog.
Toen ging er plotseling een lichtje branden in mijn brein. Ik heb al zeker twee weken een klein zwart, vierkant clipje in de voortuin zien liggen. Een paar keer dacht ik nog, hup gooi het in de grijsbak, die staat er namelijk vlak naast. Tot mijn geluk was dat meestal op een moment dat ik met mijn handen vol de deur moest openmaken en de boodschappen uit de fietstas naar binnen moest brengen. Vanochtend liep ik op mijn blote voeten en mijn ochtendjas aan de voortuin in, en ja hoor, het zwarte, vierkant clipje lag er nog. Ha! Wat dacht je wat, het paste als een handschoen op het kapotte lampje. Wat kan je dag dan goed beginnen!

donderdag 17 november 2011

De dunne lijn tussen macht en emotie

Ik heb lang getwijfeld ik het zou doen, een stukje schrijven over de leerkracht die vorige week in de cel is gegooid. Hij zou een van zijn leerlingen mishandeld hebben. De kinderen hadden gevochten in de klas en toen het niet lukte om ze te laten stoppen heeft hij er een bij de kladden gepakt en op de gang gesmeten. De krassen waren voor ons allemaal te bewonderen op het TV scherm. Iedereen denkt er het zijne van en dat zal altijd anders zijn dan wanneer het je eigen kind is die op de gang gesmeten wordt. Iedere leerkracht weet het, regel nummer 1 is geen kinderen aanraken! En ieder kind weet het ook. Bij de minste of geringste aanleiding zullen ze je dat onder de aandacht brengen met een "raak me niet aan", ook al betreft het een zacht duwtje in de rug om ze de juiste richting op te sturen. Ik weet bijna zeker dat geen enkele leerkracht met voorbedachte rade geweld zal gebruiken om de orde te herstellen. En toch heb ik mezelf dingen horen zeggen die ik nooit gedacht had tegen een kind te zeggen. Ook ik heb ten einde raad een kind bij de arm gepakt om hem de klas uit te krijgen, teneinde de les te kunnen voortzetten. En de leerling zal nooit schromen dit aan zijn ouders te vertellen. Misschien is er zelf een rode plek op de arm zichtbaar. Ouders blijven in de eerste plaats ouders en kiezen dan voor hun kind.

De vraag is niet of een leerkracht geweld mag gebruiken want het antwoord daarop weten we allemaal. De vraag is hoe dik zijn huid is en waar de grens ligt tussen normaal aanraken en geweld. Iedereen heeft zijn emoties en kinderen weten als geen ander daar op in te spelen. Ik vond mezelf altijd best vriendelijk en vredelievend, maar als je lang genoeg duwt kun je bij iedereen wel een plek raken die hij zelf liever ook niet kent. Als je daarvoor in de cel gegooid kan worden ben ik blij dat ik die dans ontsprongen ben. Ik hoop dat ik mijn grenzen weer netjes dicht kan bouwen, zodat ze weer bestand zijn tegen een stootje en dat mijn emoties weer veilig opgeborgen worden op een plek waar ze horen en dat is niet in het klaslokaal.

Ik hoop dat ouders ook bij zichzelf te rade gaan als ze het verhaal van hun kind aanhoren en eerlijk durven zeggen wanneer hun grenzen overschreden zijn door hun eigen kind. Ik wens de ouders daarbij veel sterkte en succes en ik wens ook alle leerkrachten veel sterkte, geduld en een hele dikke huid toe, alsook verstandige ouders en betrokken collega's.

Zo, nu heb ik mijn stukje toch geschreven, hoofdstuk afgesloten.

vrijdag 11 november 2011

Minzaam

Al een paar dagen spookt er een woord door mijn hoofd. Ik heb het zelfs opgezocht in het woordenboek om te kijken of ik wel het goede woord in mijn hoofd heb. Minzaam is het woord, enigszins neerbuigend vriendelijk legt het woordenboek uit. Dat was precies hoe ik mij laatst behandeld voelde. In de rij bij het Kruitvat notabene. In de rij bij het Kruitvat is niet de plek waar je verwacht enigszins neerbuigend vriendelijk behandeld te worden, maar toch was het zo. Vandaar misschien dat het maar door mijn hoofd blijft spoken.

Heemstede is een apart dorp. Een mengelmoes van oud chique, jong rijk en hip, en een kleine groep doe maar gewoon etc. Over het algemeen een net dorp, waar nog schande wordt gesproken van een ingeslagen bushokje en met een hoog gehalte aan hippe bakfietsen. Maar iedereen koopt bij het Kruitvat en de Aldi en daar gebeurde het dus, de ontmoeting tussen het oud geld en de doe maar gewoon etc.

Ik stond netjes in de rij, blij met mijn, voor een koopje gescoorde, geliefde extra dikke uitgave van de Jonge Jaren van Wallander toen ze binnenkwam. Een keurige mevrouw met een mooie witte wollen jas aan. Ze lachte gelijk al minzaam, voorbereid op haar actie om het gewone volk te slim af te zijn. Ik was bijna aan de beurt bij een van de beide kassa’s. Achter mij stond nog een andere mevrouw op haar beurt te wachten. De keurige mevrouw liep doelbewust naar de voorkant van de rij en kwam naast me staan en keek me minzaam glimlachend aan. Ze moest een beetje omhoog kijken, maar dat maakte haar niet uit, want ik voelde me vanzelf een klein beetje krimpen door haar minzame lachje. Ik voelde het borrelen diep van binnen en wisselde een blik van verstandhouding met de mevrouw die achter mij stond. Wenkbrauwen kunnen net zoveel zeggen als minzaam omhoog gekrulde mondhoeken.

Het moment brak aan, het was mijn beurt en de mevrouw in de witte wollen jas gaf me een bemoedigend duwtje tegen mijn arm en zegt: “U, was geloof ik aan de beurt, niet”, alsof ze mij in een vlaag van goedertierendheid voor liet gaan.
“Jazeker, en na mij is deze mevrouw die achter mij staat”, weet ik nog inwendig borrelend uit te brengen. Het ging natuurlijk nergens om Ik had geen haast en was in mijn nopjes met mijn nieuwe boek. Het was dat minzame lachje dat het hem deed.

Boodschappen doen op de Binnenweg in Heemstede is voor mij altijd een inwendige strijd, omdat ik me niet druk wil maken over klagende en voordringende mensen, terwijl ik mij nauwelijks kan inhouden door mijn onbedwingbare irritatie over al die mensen die na minder dan een minuut wachten niet kunnen nalaten de meest neerbuigende opmerkingen te maken over het winkelpersoneel. Dus oefen ik me nu in het minzaam glimlachend spreken en geef mijn irritatie alle ruimte in mijn ironische: “Geeft niet hoor, gaat u gerust voor mij staan”. Ik weet het, ik zou beter moeten weten, maar het voelt wel lekker

maandag 7 november 2011

Retro ten voeten uit

Het boekje ligt al een tijdje op de tafel. Lekker fleurig, oranje met roze trekt het de aandacht. En dat is dan ook de belangrijkste reden waarom het nog niet bij het oud papier terecht is gekomen. Vandaag ruim ik de tafel op en onderwerp ik het boekje aan een nader onderzoek. Het is eigenlijk meer een gidsje en het heet Flavourites. Eerst dacht is Flavurites, maar het roze snoepje bleek een "o" te zijn. "Het magazine" staat er ook nog bij. Verder vertelt de voorkant nog dat ik het vooral niet moet missen van 18 t/m 20 november.

Ik weet nog steeds niet wat het is, maar de voorkant doet zijn werk en ik blader er maar eens doorheen. Het gidsje staat vol met leuke hebbedingetjes, zoals je die wel ziet in van die winkelrubriek in damestijdschriften, alleen staat hier boven ieder stukje een website vermeld. Dan lees ik aan de binnenkant van de omslag de editorial. Er staat een fototootje bij van twee blonde dames. Elitair woord hoor "editorial" denk ik, maar het staat er echt. De editorial valt daarna direct van zijn voetstuk want het spreekt mij in popie jopie stijl aan met Hi!

Dan komt eindelijk de aap uit de mouw. De beide dames hadden een droom en die droom was een virtuele shopwereld waar je eindeloos kunt struinen naar de leukste musthaves. Ik denk dat een musthave in dit geval iets is waarvan je in eerste instantie nog niet wist dat je het wilde hebben of dat het uberhaupt bestond, maar toen je het zag wist je het zeker, je kunt niet meer zonder. Online spullen kopen die je niet nodig hebt, zonder maar een voet buiten de deur te zetten, wie wil dat nou niet.

En toen gebeurde het, de droom kwam uit. De virtuele webwinkel was geboren, met uiteraard een eigen online shopping magazine. Eindelijk hoeven we niet meer de deur uit voor ons wekelijks shopping uitje op zoek naar musthaves. We kunnen nu lekker met een kopje thee in ons jogging pak shoppen op de bank. Altijd al van gedroomd toch? Of toch niet?

Misschien niet, want toen de viruele website eenmaal een feit was kon de volgende stap niet uitblijven. Ze wilden de virtuele wereld van Flavourites echt tot leven brengen en ook dat is gelukt. Het online magazine werd op papier gedrukt, zodat je er lekker in kunt bladeren en wat dacht je wat, alle spulletjes zijn nu live te bezichtigen. Je kunt de kleding gewoon bewonderen, voelen en passen. Dat alles in Amsterdam Noord in een hal die "De Overkant" heet. De entree is maar tien euro!

Natuurlijk kun je er ook heerlijk eten en workshops volgen. Echt een leuk uitje voor mij en mijn vriendinnen, zo kom ik ook eens van die luie bank en kan ik al mijn nieuwe musthaves showen aan al die andere dames, die nu ook eens ervaren hoe leuk echt shoppen ook alweer was. Of, ik kan ook gewoon naar Haarlem gaan en daar lekker shoppen of dat tientje besteden aan een treinkaartje en dan lekker in Amsterdam op zoek gaan naar leuke musthaves in al die leuke kleine winkeltjes waar ik zomaar gratis naar binnen mag, ook voor en na 18 t/m 20 november. Maar als ik daar nou geen zin in heb, dan kan ik natuurlijk altijd nog in mijn jogging pak op de bank onder het genot van een kopje thee op de bank langs al die virtuele webwinkels surfen. Ja, dat kan.

Mijn bos

Ik zie het Groenendaalse bos een beetje als mijn bos. Die andere mensen die daar lopen weten dat niet natuurlijk, dat ze in mijn bos lopen. Ik ben ook niet echt bezitterig. Het bos weet meer van mij dan de meeste mensen. Als iets me teveel wordt vertrouw ik het toe aan het bos, niet met woorden natuurlijk. Ik sta heus niet tegen bomen te praten, zo erg is het niet met me, maar de meeste tranen heeft het bos wel gezien. Als ik even tot mezelf moet komen ga ik naar het bos. Ik ontloop de andere mensen en dat is best makkelijk voor een bos zo midden tussen de huizen. In mijn stuk komen weinig andere mensen omdat er geen honden mogen komen.

Ik ren er dus ook altijd mijn rondjes, ik druk me op tegen de bankjes en doe mijn stretchoefeningen op de uitkijkheuvel. Ik ren de trapjes op en neer en als het droog is doe ik zelfs buikspieroefeningen. Ik loop nooit met muziek in mijn oren. Ik luister naar het ristelen in de bladeren onder mijn voeten. Of naar een specht die gaatje zit te boren in een boomstam. Ik ben echt niet verzot op rondjes rennen, maar in mijn bos verveelt het nooit.

Want hoewel ik maar weinig mensen tegenkom deel ik het bos wel met een hele hoop dieren. De schots hooglanders bijvoorbeeld met hun enorme geweien. Ze staren me altijd stilletjes aan vanuit hun schuilplaats tussen het struikgewas. Ze maken nauwelijks geluid, zelfs niet als ze lopen. Volgens mij kennen ze me nu wel. Soms hoor en zie ik ineens een konijntje wegspringen, vast losgelaten door iemand die hem niet meer hebben wilde. Vandaag werd ik verrast door een bewoner die ik niet vaak tegenkom. Ik liep net rustig terug te staren naar de trotse hooglanders toen hij laag over het pad langs kwam scheren. Het is een roofvogel, vraag me niet wat voor een. In het bos doet het er niet zoveel toe hoe wij de dieren genoemd hebben. Ik zie hem maar heel weinig en altijd is het een verrassing. Hij komt dan opeens vanuit de bomen laag overgevlogen en verwijnt heel sierlijk weer tussen de bomen aan de andere kant van het pad. Ik voel me ook altijd trots als ik hem weer tegen ben gekomen.

Vorige week vond ik een stukje van een bruin grijze vacht. Het zag eruit als een pluimpje, misschien van een eekhoontje. Het zit nu in mijn fotohouder boven mijn bed. En vandaag zag ik een rood met witte paddestoel. Op de kleuterschool deden ze je altijd doen geloven dat de bossen bezaaid waren met rood met witte paddestoelen. Niets is natuurlijk minder waar. Ik was al tegen de veertig toen ik in Belgie voor het eerst een rood met witte paddestoel zag. Gelukkig had ik toen intussen ook geleerd dat ze giftig waren. Ik heb er een minuutje naar gekeken terwijl in in skihouding tegen een van mijn bomen zat.

Bij sommige ontmoetingen maak ik maar liever rechtsomkeer. Zoals vandaag. Op een van mijn plekjes waar ik mijn oefeningen doe stonden ineens twee fietsen. Dat was raar, want niemand neemt zijn fiets mee het bos in. Het heet niet voor niet Wandelbos Groenendaal. Ik keek snel even rond, van wie zouden die fietsen zijn? Het duurde even voordat ik de eigenaren ontdekte tussen het struikgewas. Dat kwam doordat ze plat op de grond lagen. Verdere details wilde ik ook mezelf besparen en zo kwam ik op een paadje dat ik normaal genomen nooit neem, ook weer mooi meegenomen. Ik hoop trouwens niet dat ze er een gewoonte van gaan maken.

De nulmeting

De nulmeting

Dit is de eerste week van weer een nieuwe periode. Geen groep acht meer om naar uit te kijken, maar een zalig niets doen in het verschiet. Om te beginnen ben ik maandag bij de huisarts geweest. Ik maak deel uit van een groep vrouwen die worden gecontroleerd op risico’s op hart- en vaatziekten. Aangezien ik al jaren last heb van hoge bloeddruk ben ik een van de uitverkorenen voor de doelgroep tussen de 50 en 60 jaar. Normaal gesproken zou ik voor de eer bedanken en mijn kop in het zand houden maar dit keer dacht aan mijn vriendin Annie en nam haar advies ter harte; Ik ga nu eens voor mezelf zorgen. Het oordeel was uiteraard bij mij uiteraard al bekend, maar staat nu in cijfers op papier. Natuurlijk is dat confronterend, maar ook uitdagend. Ik zie het als een uitgangspunt. Al mijn bewijsdrang zal ik nu gaan richten op mezelf. Ik wil namelijk nog jaren mee!

Een van Wiegerts goeroe roept altijd. Het geeft niet als je stopt, als je maar telkens weer de energie vindt om opnieuw te beginnen en dat heb ik gedaan. Velen zullen jaloers op mij zijn. Mijn dag begon vandaag met heerlijk uitslapen, dat wil zeggen dat ik opstond voor Suus en vervolgens weer terug ging om te slapen. Toen ik wakker werd hees ik me in mijn hardloopsetje en ging het bos in voor een halfuurtje rennen. Zo heb ik mezelf beloofd om iedere dag iets sportiefs te doen. Zwemmen met Martine, fietsen met Yvon, Skigym me Catelijne of lekker in het bos rennen met mezelf. Ik weet nu al dat ik dat niet eeuwig ga volhouden, maar het is een goede start, vooral als dat gepaard gaat met veel groenten en weinig extra’s eten.

De eerste week zonder werk. Het voelt heerlijk en tegelijkertijd een beetje leeg. Achter in mijn hersenpan knaagt het gevoel dat ik op zoek moet naar iets anders. Vooral als ik een telefoontje krijg van de tuinman dat hij voor een leuk bedrag best de deur in mijn hek wil schroeven, en dat wil ik ook graag en zo zijn er nog wel een aantal dingen die een aanslag op mijn portmonee gaan doen binnenkort. Dat werk zoeken hoeft niet erg ingewikkeld te zijn. In ons dorp Heemstede kom ik voortdurend mensen tegen die er wel oren naar hebben om mij weer in te zetten. Zwemjuf of invaljuf op de Voorweg, bijles. Makkelijk en vertrouwd. Maar toch kan ik het gevoel niet opzij zetten dat dit misschien wel het moment is dat ik eens iets anders moet gaan doen. Blijft natuurlijk de grote vraag: Wat? Wie weet horen jullie daar binnenkort wel meer over, of niet? We zullen zien.