maandag 28 november 2011

Geluk zit soms in kleine dingetjes

Soms lijkt het dat het leven een opstapeling is van keine ergernissen. Vorige week ging mijn laptop stuk, waar ik net een paar hoofdstukken op heb zitten typen zonder een back-up te maken. Nu vechten we om de overgebleven laptop van Suzanne en door het vele rondgezeul van het apparaat, want daarvoor hebben natuurlijk een laptop, zodat je er overal, maar dan ook overal mee kunt werken is nu de stekker van de oplader kapot. Gelukkig hebben we nog een paar reserve snoeren. De afstandbediening van de TV is stuk. Nu lig ik steeds op mijn knieen aan die kleine knopjes te priegelen, maar het lekker lui zappen vanaf de bank is er nu wel even vanaf. Wat een luxe problemen kan een mens hebben. In het tijdperk van de digitale flatscreens met atomatische opname box ben ik natuurlijk de laatste der mohikanen met een dergelijk probleem, net zoals ik door sommigen met afgunst, maar door de meesten onder jullie met de nek wordt aangekeken als ze mijn oude Nokia mobiel zien. Een andere dagelijkse ergernis zal wel meer herkenbaar zijn. De ergernis van de haperende fietslamp, vooral degenen met middelbareschoolgaande kinderen. Heb je net eindelijk een doosje nieuwe AAA baterijen gekocht, het verroeste schroefje eruit gekregen in het donkere gangtje, de batterijen er op de juiste manier ingeschoven en het hele zaakje weer dichtgeschroefd, doet het snertding het nog steeds niet. Fluitje van een cent dacht je nog toen je aan het klusje begon. Gelukkig hebben we nog een Hemazak vol met halfzachte reserve lichtjes in de la van het groene kastje liggen, die we telkens weer terug stoppen in plaats dat we er een opgebruiken en weggooien als die het niet meer doet en dan een nieuwe pakken. Het voelde een tijd best luxe om er gewoon een uit de zak te pakken. Er zitten van de superkleine Hemalichtjes in die voortdurend per ongeluk aanstaan omdat het knopje zo gevoelig is. Maar vanochtend, de ochtend na de mislukte batterijen vervanging, vond ik nog een degelijk lichtje. Zo'n groter aancliplampje die je op meerdere standen kunt zetten. "Hier neem die maar." zei ik "Die kan ik er niet opclippen" zei Suzanne nog. "Wel waar, gewoon aan je jas of zo" Maar nee, als gewoonlijk had ze gelijk, het clipje ontbrak. Maar natuurlijk hadden we het lampje niet weggegooid, want he, hij deed het nog.
Toen ging er plotseling een lichtje branden in mijn brein. Ik heb al zeker twee weken een klein zwart, vierkant clipje in de voortuin zien liggen. Een paar keer dacht ik nog, hup gooi het in de grijsbak, die staat er namelijk vlak naast. Tot mijn geluk was dat meestal op een moment dat ik met mijn handen vol de deur moest openmaken en de boodschappen uit de fietstas naar binnen moest brengen. Vanochtend liep ik op mijn blote voeten en mijn ochtendjas aan de voortuin in, en ja hoor, het zwarte, vierkant clipje lag er nog. Ha! Wat dacht je wat, het paste als een handschoen op het kapotte lampje. Wat kan je dag dan goed beginnen!

donderdag 17 november 2011

De dunne lijn tussen macht en emotie

Ik heb lang getwijfeld ik het zou doen, een stukje schrijven over de leerkracht die vorige week in de cel is gegooid. Hij zou een van zijn leerlingen mishandeld hebben. De kinderen hadden gevochten in de klas en toen het niet lukte om ze te laten stoppen heeft hij er een bij de kladden gepakt en op de gang gesmeten. De krassen waren voor ons allemaal te bewonderen op het TV scherm. Iedereen denkt er het zijne van en dat zal altijd anders zijn dan wanneer het je eigen kind is die op de gang gesmeten wordt. Iedere leerkracht weet het, regel nummer 1 is geen kinderen aanraken! En ieder kind weet het ook. Bij de minste of geringste aanleiding zullen ze je dat onder de aandacht brengen met een "raak me niet aan", ook al betreft het een zacht duwtje in de rug om ze de juiste richting op te sturen. Ik weet bijna zeker dat geen enkele leerkracht met voorbedachte rade geweld zal gebruiken om de orde te herstellen. En toch heb ik mezelf dingen horen zeggen die ik nooit gedacht had tegen een kind te zeggen. Ook ik heb ten einde raad een kind bij de arm gepakt om hem de klas uit te krijgen, teneinde de les te kunnen voortzetten. En de leerling zal nooit schromen dit aan zijn ouders te vertellen. Misschien is er zelf een rode plek op de arm zichtbaar. Ouders blijven in de eerste plaats ouders en kiezen dan voor hun kind.

De vraag is niet of een leerkracht geweld mag gebruiken want het antwoord daarop weten we allemaal. De vraag is hoe dik zijn huid is en waar de grens ligt tussen normaal aanraken en geweld. Iedereen heeft zijn emoties en kinderen weten als geen ander daar op in te spelen. Ik vond mezelf altijd best vriendelijk en vredelievend, maar als je lang genoeg duwt kun je bij iedereen wel een plek raken die hij zelf liever ook niet kent. Als je daarvoor in de cel gegooid kan worden ben ik blij dat ik die dans ontsprongen ben. Ik hoop dat ik mijn grenzen weer netjes dicht kan bouwen, zodat ze weer bestand zijn tegen een stootje en dat mijn emoties weer veilig opgeborgen worden op een plek waar ze horen en dat is niet in het klaslokaal.

Ik hoop dat ouders ook bij zichzelf te rade gaan als ze het verhaal van hun kind aanhoren en eerlijk durven zeggen wanneer hun grenzen overschreden zijn door hun eigen kind. Ik wens de ouders daarbij veel sterkte en succes en ik wens ook alle leerkrachten veel sterkte, geduld en een hele dikke huid toe, alsook verstandige ouders en betrokken collega's.

Zo, nu heb ik mijn stukje toch geschreven, hoofdstuk afgesloten.

vrijdag 11 november 2011

Minzaam

Al een paar dagen spookt er een woord door mijn hoofd. Ik heb het zelfs opgezocht in het woordenboek om te kijken of ik wel het goede woord in mijn hoofd heb. Minzaam is het woord, enigszins neerbuigend vriendelijk legt het woordenboek uit. Dat was precies hoe ik mij laatst behandeld voelde. In de rij bij het Kruitvat notabene. In de rij bij het Kruitvat is niet de plek waar je verwacht enigszins neerbuigend vriendelijk behandeld te worden, maar toch was het zo. Vandaar misschien dat het maar door mijn hoofd blijft spoken.

Heemstede is een apart dorp. Een mengelmoes van oud chique, jong rijk en hip, en een kleine groep doe maar gewoon etc. Over het algemeen een net dorp, waar nog schande wordt gesproken van een ingeslagen bushokje en met een hoog gehalte aan hippe bakfietsen. Maar iedereen koopt bij het Kruitvat en de Aldi en daar gebeurde het dus, de ontmoeting tussen het oud geld en de doe maar gewoon etc.

Ik stond netjes in de rij, blij met mijn, voor een koopje gescoorde, geliefde extra dikke uitgave van de Jonge Jaren van Wallander toen ze binnenkwam. Een keurige mevrouw met een mooie witte wollen jas aan. Ze lachte gelijk al minzaam, voorbereid op haar actie om het gewone volk te slim af te zijn. Ik was bijna aan de beurt bij een van de beide kassa’s. Achter mij stond nog een andere mevrouw op haar beurt te wachten. De keurige mevrouw liep doelbewust naar de voorkant van de rij en kwam naast me staan en keek me minzaam glimlachend aan. Ze moest een beetje omhoog kijken, maar dat maakte haar niet uit, want ik voelde me vanzelf een klein beetje krimpen door haar minzame lachje. Ik voelde het borrelen diep van binnen en wisselde een blik van verstandhouding met de mevrouw die achter mij stond. Wenkbrauwen kunnen net zoveel zeggen als minzaam omhoog gekrulde mondhoeken.

Het moment brak aan, het was mijn beurt en de mevrouw in de witte wollen jas gaf me een bemoedigend duwtje tegen mijn arm en zegt: “U, was geloof ik aan de beurt, niet”, alsof ze mij in een vlaag van goedertierendheid voor liet gaan.
“Jazeker, en na mij is deze mevrouw die achter mij staat”, weet ik nog inwendig borrelend uit te brengen. Het ging natuurlijk nergens om Ik had geen haast en was in mijn nopjes met mijn nieuwe boek. Het was dat minzame lachje dat het hem deed.

Boodschappen doen op de Binnenweg in Heemstede is voor mij altijd een inwendige strijd, omdat ik me niet druk wil maken over klagende en voordringende mensen, terwijl ik mij nauwelijks kan inhouden door mijn onbedwingbare irritatie over al die mensen die na minder dan een minuut wachten niet kunnen nalaten de meest neerbuigende opmerkingen te maken over het winkelpersoneel. Dus oefen ik me nu in het minzaam glimlachend spreken en geef mijn irritatie alle ruimte in mijn ironische: “Geeft niet hoor, gaat u gerust voor mij staan”. Ik weet het, ik zou beter moeten weten, maar het voelt wel lekker

maandag 7 november 2011

Retro ten voeten uit

Het boekje ligt al een tijdje op de tafel. Lekker fleurig, oranje met roze trekt het de aandacht. En dat is dan ook de belangrijkste reden waarom het nog niet bij het oud papier terecht is gekomen. Vandaag ruim ik de tafel op en onderwerp ik het boekje aan een nader onderzoek. Het is eigenlijk meer een gidsje en het heet Flavourites. Eerst dacht is Flavurites, maar het roze snoepje bleek een "o" te zijn. "Het magazine" staat er ook nog bij. Verder vertelt de voorkant nog dat ik het vooral niet moet missen van 18 t/m 20 november.

Ik weet nog steeds niet wat het is, maar de voorkant doet zijn werk en ik blader er maar eens doorheen. Het gidsje staat vol met leuke hebbedingetjes, zoals je die wel ziet in van die winkelrubriek in damestijdschriften, alleen staat hier boven ieder stukje een website vermeld. Dan lees ik aan de binnenkant van de omslag de editorial. Er staat een fototootje bij van twee blonde dames. Elitair woord hoor "editorial" denk ik, maar het staat er echt. De editorial valt daarna direct van zijn voetstuk want het spreekt mij in popie jopie stijl aan met Hi!

Dan komt eindelijk de aap uit de mouw. De beide dames hadden een droom en die droom was een virtuele shopwereld waar je eindeloos kunt struinen naar de leukste musthaves. Ik denk dat een musthave in dit geval iets is waarvan je in eerste instantie nog niet wist dat je het wilde hebben of dat het uberhaupt bestond, maar toen je het zag wist je het zeker, je kunt niet meer zonder. Online spullen kopen die je niet nodig hebt, zonder maar een voet buiten de deur te zetten, wie wil dat nou niet.

En toen gebeurde het, de droom kwam uit. De virtuele webwinkel was geboren, met uiteraard een eigen online shopping magazine. Eindelijk hoeven we niet meer de deur uit voor ons wekelijks shopping uitje op zoek naar musthaves. We kunnen nu lekker met een kopje thee in ons jogging pak shoppen op de bank. Altijd al van gedroomd toch? Of toch niet?

Misschien niet, want toen de viruele website eenmaal een feit was kon de volgende stap niet uitblijven. Ze wilden de virtuele wereld van Flavourites echt tot leven brengen en ook dat is gelukt. Het online magazine werd op papier gedrukt, zodat je er lekker in kunt bladeren en wat dacht je wat, alle spulletjes zijn nu live te bezichtigen. Je kunt de kleding gewoon bewonderen, voelen en passen. Dat alles in Amsterdam Noord in een hal die "De Overkant" heet. De entree is maar tien euro!

Natuurlijk kun je er ook heerlijk eten en workshops volgen. Echt een leuk uitje voor mij en mijn vriendinnen, zo kom ik ook eens van die luie bank en kan ik al mijn nieuwe musthaves showen aan al die andere dames, die nu ook eens ervaren hoe leuk echt shoppen ook alweer was. Of, ik kan ook gewoon naar Haarlem gaan en daar lekker shoppen of dat tientje besteden aan een treinkaartje en dan lekker in Amsterdam op zoek gaan naar leuke musthaves in al die leuke kleine winkeltjes waar ik zomaar gratis naar binnen mag, ook voor en na 18 t/m 20 november. Maar als ik daar nou geen zin in heb, dan kan ik natuurlijk altijd nog in mijn jogging pak op de bank onder het genot van een kopje thee op de bank langs al die virtuele webwinkels surfen. Ja, dat kan.

Mijn bos

Ik zie het Groenendaalse bos een beetje als mijn bos. Die andere mensen die daar lopen weten dat niet natuurlijk, dat ze in mijn bos lopen. Ik ben ook niet echt bezitterig. Het bos weet meer van mij dan de meeste mensen. Als iets me teveel wordt vertrouw ik het toe aan het bos, niet met woorden natuurlijk. Ik sta heus niet tegen bomen te praten, zo erg is het niet met me, maar de meeste tranen heeft het bos wel gezien. Als ik even tot mezelf moet komen ga ik naar het bos. Ik ontloop de andere mensen en dat is best makkelijk voor een bos zo midden tussen de huizen. In mijn stuk komen weinig andere mensen omdat er geen honden mogen komen.

Ik ren er dus ook altijd mijn rondjes, ik druk me op tegen de bankjes en doe mijn stretchoefeningen op de uitkijkheuvel. Ik ren de trapjes op en neer en als het droog is doe ik zelfs buikspieroefeningen. Ik loop nooit met muziek in mijn oren. Ik luister naar het ristelen in de bladeren onder mijn voeten. Of naar een specht die gaatje zit te boren in een boomstam. Ik ben echt niet verzot op rondjes rennen, maar in mijn bos verveelt het nooit.

Want hoewel ik maar weinig mensen tegenkom deel ik het bos wel met een hele hoop dieren. De schots hooglanders bijvoorbeeld met hun enorme geweien. Ze staren me altijd stilletjes aan vanuit hun schuilplaats tussen het struikgewas. Ze maken nauwelijks geluid, zelfs niet als ze lopen. Volgens mij kennen ze me nu wel. Soms hoor en zie ik ineens een konijntje wegspringen, vast losgelaten door iemand die hem niet meer hebben wilde. Vandaag werd ik verrast door een bewoner die ik niet vaak tegenkom. Ik liep net rustig terug te staren naar de trotse hooglanders toen hij laag over het pad langs kwam scheren. Het is een roofvogel, vraag me niet wat voor een. In het bos doet het er niet zoveel toe hoe wij de dieren genoemd hebben. Ik zie hem maar heel weinig en altijd is het een verrassing. Hij komt dan opeens vanuit de bomen laag overgevlogen en verwijnt heel sierlijk weer tussen de bomen aan de andere kant van het pad. Ik voel me ook altijd trots als ik hem weer tegen ben gekomen.

Vorige week vond ik een stukje van een bruin grijze vacht. Het zag eruit als een pluimpje, misschien van een eekhoontje. Het zit nu in mijn fotohouder boven mijn bed. En vandaag zag ik een rood met witte paddestoel. Op de kleuterschool deden ze je altijd doen geloven dat de bossen bezaaid waren met rood met witte paddestoelen. Niets is natuurlijk minder waar. Ik was al tegen de veertig toen ik in Belgie voor het eerst een rood met witte paddestoel zag. Gelukkig had ik toen intussen ook geleerd dat ze giftig waren. Ik heb er een minuutje naar gekeken terwijl in in skihouding tegen een van mijn bomen zat.

Bij sommige ontmoetingen maak ik maar liever rechtsomkeer. Zoals vandaag. Op een van mijn plekjes waar ik mijn oefeningen doe stonden ineens twee fietsen. Dat was raar, want niemand neemt zijn fiets mee het bos in. Het heet niet voor niet Wandelbos Groenendaal. Ik keek snel even rond, van wie zouden die fietsen zijn? Het duurde even voordat ik de eigenaren ontdekte tussen het struikgewas. Dat kwam doordat ze plat op de grond lagen. Verdere details wilde ik ook mezelf besparen en zo kwam ik op een paadje dat ik normaal genomen nooit neem, ook weer mooi meegenomen. Ik hoop trouwens niet dat ze er een gewoonte van gaan maken.

De nulmeting

De nulmeting

Dit is de eerste week van weer een nieuwe periode. Geen groep acht meer om naar uit te kijken, maar een zalig niets doen in het verschiet. Om te beginnen ben ik maandag bij de huisarts geweest. Ik maak deel uit van een groep vrouwen die worden gecontroleerd op risico’s op hart- en vaatziekten. Aangezien ik al jaren last heb van hoge bloeddruk ben ik een van de uitverkorenen voor de doelgroep tussen de 50 en 60 jaar. Normaal gesproken zou ik voor de eer bedanken en mijn kop in het zand houden maar dit keer dacht aan mijn vriendin Annie en nam haar advies ter harte; Ik ga nu eens voor mezelf zorgen. Het oordeel was uiteraard bij mij uiteraard al bekend, maar staat nu in cijfers op papier. Natuurlijk is dat confronterend, maar ook uitdagend. Ik zie het als een uitgangspunt. Al mijn bewijsdrang zal ik nu gaan richten op mezelf. Ik wil namelijk nog jaren mee!

Een van Wiegerts goeroe roept altijd. Het geeft niet als je stopt, als je maar telkens weer de energie vindt om opnieuw te beginnen en dat heb ik gedaan. Velen zullen jaloers op mij zijn. Mijn dag begon vandaag met heerlijk uitslapen, dat wil zeggen dat ik opstond voor Suus en vervolgens weer terug ging om te slapen. Toen ik wakker werd hees ik me in mijn hardloopsetje en ging het bos in voor een halfuurtje rennen. Zo heb ik mezelf beloofd om iedere dag iets sportiefs te doen. Zwemmen met Martine, fietsen met Yvon, Skigym me Catelijne of lekker in het bos rennen met mezelf. Ik weet nu al dat ik dat niet eeuwig ga volhouden, maar het is een goede start, vooral als dat gepaard gaat met veel groenten en weinig extra’s eten.

De eerste week zonder werk. Het voelt heerlijk en tegelijkertijd een beetje leeg. Achter in mijn hersenpan knaagt het gevoel dat ik op zoek moet naar iets anders. Vooral als ik een telefoontje krijg van de tuinman dat hij voor een leuk bedrag best de deur in mijn hek wil schroeven, en dat wil ik ook graag en zo zijn er nog wel een aantal dingen die een aanslag op mijn portmonee gaan doen binnenkort. Dat werk zoeken hoeft niet erg ingewikkeld te zijn. In ons dorp Heemstede kom ik voortdurend mensen tegen die er wel oren naar hebben om mij weer in te zetten. Zwemjuf of invaljuf op de Voorweg, bijles. Makkelijk en vertrouwd. Maar toch kan ik het gevoel niet opzij zetten dat dit misschien wel het moment is dat ik eens iets anders moet gaan doen. Blijft natuurlijk de grote vraag: Wat? Wie weet horen jullie daar binnenkort wel meer over, of niet? We zullen zien.

vrijdag 21 oktober 2011

Wie dit leest

"Now, at 40, I write again because I have a story to tell. I write because I cannot not write. I write because I deeply believe that we must invest in our own talents and ourselves in order to create better chapters in our own lives and in the lives of others. I write because even if I stunk, even if nobody listened, even if there were silence when that tree fell in the forest all alone, I could not stop writing." Why I Write? Sharing One's Saga is Important
BY HEATHER WOLPERT-GAWRON

Soms denk ik wel eens, waarom schrijf ik dit? Is er iemand die dit leest? Blijkbaar, want heel soms krijg ik een reactie en dat is leuk. Ik schrijf vooral omdat ik het wil. Het komt op in mijn hoofd als ik op de fiets zit bijvoorbeeld. Dan komen de woorden boven borrelen en als ik thuis kom ga ik zitten en schrijf ik ze op. Zo simpel is het eigenlijk. Ik ga nooit zitten en denken, wat zal ik eens schrijven. Soms is het makkelijker om mijn woorden op papier te zetten dan ze uit te spreken. Als ik schrijf orden ik mijn gedachten. Verschillende gedachten worden opgeborgen in verschillende laatjes, alsof ik mijn kamer aan het opruimen ben. Dat lucht op en geeft ruimte voor nieuwe gedachten en nieuwe ideeen.

Misschien komt het wel doordat er niemand terugpraat, er blijven geen woorden hangen die iemand anders aan mijn gedachten heeft toegevoegd. Het lijkt alsof er een lijntje loopt van mijn hoofd naar mijn handen en terug. Als ik het heb opgeschreven is het klaar. Ik lees bijna nooit iets terug. Dat deed ik vroeger ook nooit met mijn aantekeningen op school. Als ik leerde maakte ik aantekeningen. Dat schrijven hielp me de stof te onthouden. Daarna gebeurde er niets meer mee. Daarom hoefde ik ook niet netjes te schrijven, dat scheelde, want netjes schrijven is niet mijn sterkste kant.

Dus, als je dit leest, weet dan dat je mij een groot plezier hebt gedaan door te fungeren als luisterend oor. Ik heb je niet de kans gegeven iets terug te zeggen. Het mag wel, maar dan lees of hoor ik het later wel als alles weer lekker opgeruimd is.

maandag 17 oktober 2011

2 onwaarheden over Nederland

Als je even weg bent uit de US vergeet je zomaar dat oktober de maand van de pompoenen is. Ik zag ze bij een van de trendy nieuwe huizen aan de Meerweg, maar verder dan dat ging het niet in Nederland. Daardoor kwam het dat ik vergeten was dat half oktober heel Half Moon Bay op z'n kop staat als gevolg van de oogst van de pompoenen. Niet dat we daar van genoten hebben. Als je ooit in Half Moon Bay naar het pompoenen festival wilt zorg dan dat je er om 8 uur 's morgens bent. Ga je rond het middaguur nog op pad bereid je dan voor aan te sluiten in een file die in San Mateo begint en eindigt op het festival, waar je uiteraard nergens nog je auto kwijt kunt. We lieten Half Moon Bay links liggen en besloten weer eens richting Pacifica te rijden, een populaire bestemming sinds Ruben en Clare verkering hebben. We gingen voor een relaxed dagje aan het strand en werden op onze wenken bediend. We genoten van het uitzicht op de surfers en lekkere hapjes en drankjes in de eettentjes rond het strand.








Ruben was met Clare en Drew opnamen aan het maken van een van hun zelfgeschreven nummers. De opnames worden gemaakt met huis , tuin en keuken apparatuur in het kamertje van Clare dat hooguit 9 m2 meet. Als alles lukt sturen ze de opname naar een bevriende relatie die in het bezit is van een professionele opnamestudio. De eerste stap naar eeuwige roem. Aangezien wij de rocksterren in spee, Ruben en Drew, weer mee terug zouden nemen naar San Mateo besloten we in de plaatselijke supermarkt nog een paar boodschapjes te doen. En daar stuitten we op een merkwaardige ontdekking op marketing gebied, een ons onbekend Nederlands biermerk Dutch Republic 1581, met erg op het Heineken etiket lijkend logo. Nu ben ik geen bierkenner, maar ook Wiegert had hier nog nooit van gehoord. Bovendien weten wij als rechtgeaarde Nederlanders dat Nederland een koninkrijk is en geen republiek, al zouden vele landgenoten dat wel anders zien. Vandaar even een kort onderzoek naar deze opmerkelijke ontdekking.



Google leerde ons het volgende. Het bier wordt sinds een jaar of zo gemaakt in Maarssen door een eco vriendelijke brouwerij. In Californie wordt het alleen verkocht bij de supermarkt Fresh & Easy, die ik ook nog nooit eerder ergens anders heb gezien. Volgens de non snob beer review website is het de helft goedkoper dan Heineken en smaakt het zeker zo lekker, alhoewel dat lekker blijkbaar ook overgewaardeerd blijkt te zijn. Afijn lees het zelf maar na op de site:
http://www.nonsnobbeer.com/2011/03/dutch-republic-lager.html
Dat republiek stamt dus uit 1581 en was leuk voor de naam. Ergens vond ik nog dat het bier eigenlijk van Bavaria is en alleen voor de export wordt gemaakt, toch leuk die flesjes in het schap in Pacifica.



Onderweg naar huis kreeg de Nederlandse geschiedenis nog een ander leuk tintje tijdens het gesprek met Drew die 3 maanden in Nederland heeft gewoond en les heeft gehad van een Nederlandse gitaarleraar. Deze gitaar leraar vertelde hem dat de naam Holland eigenlijk komt van het Duitse Holz en dus eigenlijk hout betekent. Nooit geweten, ook niet van al bomen in Nederland. Na nader onderzoek blijkt dat ook niet waar te zijn en schijnt de naam hol te verwijzen naar het vele water en de beekjes die onze delta rijk is. Zoveel geschiedenis op een dag, wie had dat gedacht. van een relaxed dagje aan het strand in Pacifica.

zondag 16 oktober 2011

Jetlag

Het is aarde donker. Ik kan niet zien hoe laat het is want het display van de wekker staat uit. Het is stil. Zachtjes ga ik naar het toilet om daar op mijn horloge te kijken. Het is half vijf. Tegen beter weten in ga ik het toch nog even proberen. Ik draai en gooi het deken van me af om het vervolgens weer terug te pakken omdat ik het koud krijg. Allerlei gedachten malen door mijn hoofd. Ah, jetlag. Ik besluit dat vijf uur laat genoeg is om op te staan. Geen slechter moment om in je bed te liggen dan 's morgens vroeg tijdens een jetlag als alle andere huisgenoten lekker liggen te snurken en de gedachten door je hoofd gaan malen. Tijd voor een kopje thee!

Als alle deuren dicht zijn en de thee klaar is zet ik de skype aan om even het andere thuisfront te checken. Alles gaat natuurlijk uitstekend. Opa en oma zijn lekker in het bos geweest en Suus heeft haar eerste 5 km gelopen. Gelukkig vond ze het leuk want ze wil op atletiek en dat is natuurlijk meer dan hoog en ver springen. Daar gaan we eerst maar werk van maken als ik terug kom. Kijk hier begint de jetlag zich eindelijk van zijn betere kant te laten zien. Het malen maakt plaats voor plannen. Om deze positieve ontwikkeling kracht bij te zetten stop ik de oortjes van de I-pod in mijn oren. Ah, the universe is calling again: You can't always get what you want, but if you try some time, you just might find, that you get what you need. Zo is het het maar net! De volgende nummers van mijn vrienden The Stones en de thee doen de rest.

Maar plannen voor volgende maand hoeven niet vandaag af, dus eerst het plan voor vandaag. Vandaag ga ik samen met Wiegert eerst lekker genieten van San Mateo en omgeving. Even terug naar de heuvels en de oceaan, genieten van de zon en de wind en een kopje koffie op het terras in Main street in Half Moon Bay en ik ga naar Ruben en zijn kornuiten luisteren in de garage van Drew. Morgen is vroeg genoeg voor de rest.

En terwijl Santana intussen net doet of het laat in de avond is, is het hier toch alweer bijna half zeven geworden. Tijd voor nog een kopje thee.

maandag 10 oktober 2011

De volgende stap

Het is letterlijk 2 minuten voor twaalf als ik dit verhaal schrijf, in de avond wel te verstaan. Het voelt alsof morgen mijn nieuwe leven begint. Ik heb een stap gezet, eindelijk. Een stap die ik al heel lang gelden had moeten zetten. Waarom ik dat dan niet heb gedaan? Ik weet het niet zeker. Ik zou kunnen zeggen dat ik niet wilde opgeven, mezelf wilde bewzijzen. Dat zou mooi geweest zijn. Ik denk eigenlijk dat het meer uit lafheid was, dat ik geen nee durfde te zeggen. Of misschien was ik bang mijn zekerheid op te geven. Terwijl de enige zekerheid die ik had was dat ik zo langzaam steeds verder afdreef van wie ik eigenlijk was. Dat was het, ik was mezelf niet meer. Dat kwam duidelijk aan het licht vanavond. Het kwam aan als een mokerslag. Dit kan niet waar zijn, dacht ik, maar het is wel waar. Je wilt door de grond zakken, een excuus verzinnen. Maar ik wist, ze hadden gelijk. De ouders die klaagden in het bijzijn van de andere docent, de IB-er, de directrice en alle andere ouders over mijn gedrag voor de klas. En daar sta je dan. Toen wist ik het zeker. Als ik blijf doe ik niemand een plezier, de kinderen niet, maar bovenal mezelf niet. Was ik die persoon geworden? Ja, waarschijnlijk wel. Wat een bitterheid. Het universum heeft gesproken. Het is genoeg geweest.

Ze weten het nog niet, maar ik mijn hoofd is de dag gekomen. Ik ga op zoek naar een nieuwe baan en vanaf november zal ik het moeten rooien met wat ik heb en wat er in het verschiet ligt. Het is in mijn leven nog nooit gebeurd dat er niets in het verschiet lag, als je je ogen maar wilt openen voor de mogelijkheden. Mijn hoofd moet eerst leeg, voordat het zich weer kan vullen met nieuwe ideeën. Ik weet dat ze zullen komen, want telkens als ik ergens anders ben, of even los van alles, dan komen ze wel, om even snel weer te verdwijnen als ik weer terug ben in mijn oude patroon. Maar nu niet meer. Open your brain, zou Mr. Silver zeggen. En dat ga ik doen. Het gaat een spannende tijd worden, maar hopelijk ook een uitdagende en leuke tijd. Maar eerst nog even de dagen tellen tot het november is, met tussendoor een heerlijke week met de mannen in de US. En nu nog slapen. Dat moeten mooie dromen worden. Welterusten. (00,17 uur in de eerste dag van mijn nieuwe leven, 11 oktober 2011)

dinsdag 4 oktober 2011

Handdoek in de ring en de leuke dingen van het leven.

Soms is alles je wel eens te veel. Dan lijkt het alsof je de grip kwijt bent op alles wat je doet, wie je bent, wat je weet of dacht te weten. Wat doe je als je het liefst onder een steen zou willen kruipen en de boel te boel laten? Huilen, heel hard huilen en dan doorgaan met ademhalen. Want je lief die heel ver weg is kan je niet echt helpen. Natuurlijk kan hij luisteren en natuurlijk helpt dat wel. Maar als hij de telefoon neerlegt ben ik weer alleen.

Ik neem ontslag en zeg dat ik het niet meer kan en vooral, niet meer wil. Want als ik zeg dat ik het niet meer kan, zeggen ze dat dat niet waar is. Misschien hebben ze wel gelijk, maar zo voelt het niet. Pas na een paar dagen komt het vermogen tot rationeel denken weer terug en pas veel later het gevoel dat bij al mijn rationele overpeinzingen hoort. Waarom is het leven zo complex? Het stomste is dat ik me steeds bedenk dat ik dit allemaal over mezelf heb afgeroepen. Tegelijkertijd is dat mijn redding, want het weerhoudt me om in de slachtoffer rol te kruipen. Het schuldgevoel dat deze realisatie bij me oproept daarentegen is levens groot. Er is maar een ding dat ik kan doen en dat is praten. En mijn eigen advies voor ogen houden. Neem van de dingen die de mensen tegen je zeggen alleen dat met je mee dat je daadwerkelijk helpt en laat de dingen die je verder in de put helpen langs je heengaan. Kijk dat advies van mezelf, daar heb ik wat aan.

Een van de adviezen waar iedereen wat aan heeft en waar ik me aan optrek is dat dit dus het leven is, niks meer en niks minder. Doe het er maar mee. Juist, acceptatie. Ik kan me nog herinneren dat dat me door de diepste baby fase heeft gesleept, na nachten zonder slaap. Accepteer je situatie en vindt een manier om ermee om te gaan. Makkelijk gezegd natuurlijk, en toch helpt het wel.

Iets anders dat ik me bedenk in moeilijke tijden is dat ieder stuk van je leven een fase is en er bestaan geen tussenfases. Er zijn alleen makkelijk en moeilijke fases. Geniet van de eerste en sterk je voor de laatste en weet dat het voorbij gaat. Soms lijkt een fase lang te duren, maar als je vertrouwen hebt in wat daarna komt, gaat het zeker lukken.

En om eraan te denken dat iedere dag weer de moeite waard is ga ik iedere iets schrijven dat positief en de moeite waard is, want er is iedere dag wel iets om te lachen. Dus schrijf ik vandaag over de kinderen van het Coornhert die van hun sportdag genoten verkleed als bijen en smurfen en over mijn lieve buurman Jos, van wie ik druiven uit eigen tuin kreeg, mmmm heerlijk.

Het laatste advies is het leukst, dat maakt dat ik er weer zin in krijg, in het leven, want ik kijk uit naar die leuke dingen die gaan gebeuren. Dus, leven, hier ben ik weer!

Sjans

Gisteren had ik sjans, of een soort van sjans. Als je eenenvijftig bent heb je niet meer zo vaak sjans als je zou willen. Misschien was het wel niet echt sjans, maar het voelde wel zo en dat is belangrijk. Het gevoel dat je nog meetelt.

Het was heerlijk weer, lekker zonnetje en een beetje wind, net genoeg om je haar en je rok een beetje te laten waaien. Wiegert had de auto mee en kwam niet thuis voor het eten, evenmin als Ruben die bij een vriend zou blijven eten. Dus ik besloot om te gaan lopen naar down town en lekkere hapjes te gaan halen bij de super luxe en dure supermarkt Draegers. Ik had er zin in, dus ik bereidde me goed voor. Zonnebril, zonneklep en, iets dat ik nooit doe, oortjes in. Ik heb echt nooit oortjes in. Oortjes is iets voor jongeren. Ik zeg “is” want het zijn natuurlijk niet echt oren, maar een setje van die kleine oordopjes die aan de i-pod vastzitten. Ik heb net voor het eerst sinds jaren mijn favoriete muziek op mijn I-pod gezet, geselecteerd uit de inmense hoeveelheid muziek die intense op de computer in San Mateo staat.

Het moet het totaal plaatje geweest zijn. Ik had plezier in mijn dag. Even alle zorgen opzij en genieten van het moment, de zon, de muziek en het uitzicht op het uitgebreide hapjes buffet. Het voelde alsof ik in een commercial liep en er ieder moment een aftiteling zou verschijnen van het merk maandverband, waarmee je je zelf op de zware dagen zorgeloos door het leven kunt bewegen, zonder dat iemand iets aan je kan merken, sterker nog, zonder dat je het zelf in de gaten hebt dat je eigenlijk chagerijnig bent.

En zo had ik dus sjans. Ik werd bekeken door de mannen in de straat, ze lachten naar me, van donkere mexicanen in hun pick-up truck, tot nette mannen in hun VW stationwagen. Op 3rd street kom je het allemaal tegen. En ik lachte vriedenlijk terug en genoot. Weg spataderen, weg grijze haren, weg rimpeltje en vetrolletjes. Who cares, het gaat om wat je uitstraalt, en gisteren was dat simpel, puur geluk, het genot van het moment. Een moment om te koesteren.

halletjes

Halletjes

Ik zit net rustig op mijn laptop te werken als achter me de deur opvliegt. Mijn hart slaat drie slagen over om die drie vervolgens in een enorme slag weer in te halen. Ruben komt binnen. Dit is niet de eerste keer dat ik van mijn stoel rol van schrik als er iemand binnen komt. Waarom hebben Amerikaanse huizen eigenlijk geen halletje?

In gedachte ga ik de huizen af van mijn vrienden. Nee, geen halletjes. Meestal stap je zo de kamer binnen, of de keuken. Bij Japanse vrienden liggen de schoenen op een hoopje bij de deur. Japanners, die de gewoonte hebben hun schoenen thuis uit trekken, net als wij vroeger thuis, hebben vast halletjes in Japan. Gisteren waren we op bezoek bij de ouders van een vriend van Ruben. Terwijl wij net de muziekkeuze van onze tieners bespraken rende de jonste zoon met een ris vriendjes door de openstaande voordeur naar binnen, achter de bank langs en via de keuken weer naar buiten. Deze route staat daar bekend als de snelweg. Misschien komt het gewoon doordat het hier meestal mooi weer is. Alhoewel ik op TV, mijn dagelijks naslagwerk en referentiekader voor de rest van dit land, zie dat waar ook in de US, halletjes 'not done' lijken te zijn.

Thuis in Nederland ben ik reuze blij met mijn halletje. Alle huizen hebben er een, al zijn ze nog zo klein. Voor sommige mensen fungeren halletjes als een visitekaartje voor de rest van het huis. Het zet de sfeer als het ware, zodat je al een beetje ziet met wat voor soort mensen je te maken hebt. Sportieve mensen, als de hal bezaaid ligt met sportschoenen en hockey sticks, nette mensen als er een net opgeruimd kastje staat met een bloemetje en een fotolijstje van de familie of luie mensen, als de fietsen er staan, terwijl je achterom een schuurtje hebt. Voor ieder wat wils. Bovendien is er meestal een spiegel, zodat je even je haar goed kunt doen. En je kunt er ook even diep ademhalen als je erg opziet tegen de ontmoeting die gaat plaatsvinden als je de huiskamer binnengaat. Ook handig voor wilde honden, die kun je dan nog snel even in de keuken opsluiten als dat nodig is. Afijn, ik kan wel duizend redenen bedenken voor een halletje.

Dus, waarom hebben Amerikanen geen halletje. Misschien is het wel gastvrijer, net zoiets als binnenkomen door de achterdeur. Of misschien heeft het wel iets te maken met het gezegde “ met de deur in huis vallen” en ligt het aan onze calvinistische aard. Je kunt even de kat uit de boom kijken in het halletje. Ik ga het toch eens rondvragen.

Een onverwacht bezoek

Onverwacht bezoek

Geen gezin loopt altijd op rolletjes, maar als het onze van de rails loopt levert dat direct een practisch probleem op. Ik verbijt mijn frustratie en tranen totdat mijn vriendin mij gebiedt de telefoon te pakken en een ticket te boeken, hoewel ik pas net 10 dagen terug ben en in de startblokken sta om aan een nieuw schooljaar te beginnen. Het lucht op. Ook Wiegert ziet er opgelucht en blij uit als hij hoort dat ik kom. Mijn lieve collega’s zijn begrijpend en vangen de boel voor mij op. Dochterlief gaat naar haar vriendin en ik pak mijn koffer met de helft van de spullen die ik er net uit heb gehaald.

Het wordt een stille reis. Geen Suus om lol mee te maken, om mij bij te sturen bij ongewenst gedrag. Hoe vaak hoor ik haar niet zeggen: “mam houdt je in!” of “dat ga je niet echt zeggen, toch?” Ik houd me in, helemaal uit mezelf. Ik let zelf op waar ik heen moet en maak een kruiswoord puzzel omdat ik me niet kan concentreren op mijn boek. Dit keer zijn er geen Hollandse gezinnen met blonde kinderen in Hollandse kleding op weg naar Fisherman’s Warf, Disneyland LA en Abercrombie en Fitch. Toch is het toestel vol. Aangezien thuis inchecken, voor mensen met een visum zoals ik onmogelijk is geworden sinds de invoering van het ESTA-nummer kan ik kiezen uit de drie resterende stoelen. Wat je maar kiezen noemt. Het deert me niet. Ik ga zitten en houd mijn mond. Gelukkig denken mijn medereizigers er net zo over.

Twee films en twee maaltijden later maken we de laatste scherpe bocht boven San Francisco. De baai ziet er uit als een dal gevuld met sneeuw. Hagel witte wolken zijn gevangen tussen de omringende heuvels. Vandaag is niet te zien hoe het toestel vlak over het water zijn laatste meters naar de landingsbaan vliegt. We zitten gevangen in de dichte mist. Dan, ineens, doemt het water op en drie seconden later raken de wielen het asfalt. Het schijnt dat het ooit een keer is misgegaan. Ik blijf het een mooi gezicht vinden, iedere keer. Net als naar Nederland gaan en de polders zien, de A4 en de Mooie Nel. Het is thuiskomen.

Wiegert en Ruben zijn laat, of eerlijk gezegd, ik ben vroeg. Ik vind het niet erg. Het breekt de spanning van het weerzien. Ik loop ze tegemoet naar de parkeerplaats. Wiegert pakt mijn koffer en samen lopen we terug naar de auto. Als ik Ruben in mijn armen sluit stromen de tranen over mijn gezicht. Ik ben er weer en alles komt wel weer goed.

Twee werelden

Ik leef dus in twee werelden, met daartussen een zee, een oceaan, twee bergen-ketens, the great plains en negen uur tijdverschil. Een kind hier en een kind daar. Mijn man en maatje is daar, mijn leven is meestal hier. Nu even niet. Nu is mijn leven nog even in between. Net of een stukje van mijzelf er iets langer over doet om de oversteek te maken, als een slowmotion, of een bewogen foto. Het zichtbare deel is er al, maar er loopt een vage waas achter mij aan dat nog moet landen. Morgen is dat er ook. Ik weet nu dat mijn leven hier is, want als ik daar ben is het anders dan eerst, toen mijn leven nog daar was. Dan zit ik op de bleachers en kijk naar de studenten van de middle school, maar mijn kind zit er niet meer tussen. Ik praat met de ouders, maar we zijn niet meer dezelfde ouders. Ik juich voor de school, maar het is niet meer mijn school. En dat voelt anders en het steekt een beetje. Ik weet dan dat ik er eigenlijk niet meer bijhoor, net als wanneer je kinderen naar de middelbare gaan en je loopt nog op het schoolplein van de basisschool. Je hoort er niet meer bij.
Gisteren kwamen we terug van een weekje San Mateo in Californie. De koffers waren achtergebleven in Houston, maar ik mis ze nog niet. Straks komt iemand ze brengen en dan pak ik de bekers uit die ik in San Francisco heb gekocht, echte toeristen bekers, maar ik ben er blij mee. Ik schaam me niet om toerist te zijn, want stiekum denk ik dan dat ik er eigenlijk geen ben. San Francisco is ook een beetje van mij en daarom drink ik uit die beker straks, en dan denk ik aan de pier en aan de heuvels op de achtergrond en aan de oceaan met zijn wilde golven waar alleen echte surfers zich wagen als het hard waait.

Hoe het verder ging

Het is ongeveer een jaar geleden dat mijn laatste berichtje verscheen. We hebben een besluit genomen. A gezegd en B gezegd. Daarna werd het leven een rollercoaster van emoties, in ieder geval voor mij. Terwijl de andere familieleden doorgingen met hun leven had ik het gevoel mijn iedere stap te moeten verantwoorden. Heb ik de juiste beslissing genomen? Gaat het goed met mijn kinderen, de een die moet wennen en de andere die ik niet meer dagelijks onder mijn hoede heb. Is mijn relatie bestand tegen deze enorme afstand. Want, hoewel ik hardop zeg dat het mij niets doet wat anderen ervan denken en dat het onze beslissing is, lees ik in iedere blik een oordeel. Iedere stilte is beladen met een mening en soms is het gewoon eenvoudig, dan komt de vraag of het oordeel rechtstreeks. Zijn we bezig met een proefscheiding? Ai, die kwam hard aan. Nee, toch? Was het een goed idee om de mening van de kinderen zo zwaar mee te laten wegen? Hadden we niet beter gewoon in de US kunnen blijven of waarom zoekt Wiegert niet gewoon een baan in Nederland? Het had allemaal gekund. Ja. En toch zijn wij hier en zij daar.

Na bijna een jaar van herintegreren in onze Nederlandse mentaliteit, wennen aan een nieuwe baan in het onderwijs, zoeken naar evenwicht tussen tijd voor mezelf, werken en tijd voor anderen begint er langzaam weer een soort rust neer te dalen in mijn hoofd. Ik heb getwijfeld aan mijn moederschap, ben ik wel een goede moeder als ik een kind kan achterlaten, zo ver weg. Me niet realiserende dat dat voor Wiegert hetzelfde moet voelen, een kind te laten gaan. Toch heb ik het idee dat het mij zwaarder viel dan de andere leden van het gezin. Zij lijken zich eenvoudig neer te leggen bij het besluit waar we allemaal achterstonden en dat voor iedereen het beste leek op dat moment. De kinderen ontplooien zich ieder op hun eigen manier die het beste bij ze past. Suzanne op haar eigen ambitieuze manier op de middelbare, werken voor een plekje op het VWO, zichzelf en het Amerikaanse onderwijs systeem bewijzend. Nee heus, we zijn niet hopeloos achtergebleven in de rimboe van Californie. Een Ruben profiterend van de mogelijkheden van de Amerikaanse Highschool om op je eigen niveau te werken en geen stempel opgedrukt te krijgen van schooltype of dyslecticus. Profiterend van de mogelijkheden die zijn omgeving biedt om zijn musicaliteit en eigenheid vorm te geven en te worden wie hij wil zijn.

Twee werelden die naast elkaar bestaan en elkaar raken. De een niet beter dan de ander, maar wel anders genoeg om niet te laten gaan. Er zijn maar weinig mensen die echt weten wat het betekent en waarom het is zoals het is. Zij begrijpen en de anderen moeten maar accepteren zoals het is. Het mooie is dat mijn ogen geopend zijn voor een wereld van nieuwe mogelijkheden. In mijn vijftigste levensjaar ben ik nog steeds op zoek naar een andere invulling van mijn leven. Een manier van leven die mij de ruimte laat om te zijn waar ik wil en te doen wat ik wil. Waarin mijn kinderen hun weg zoeken, die niet de mijne hoeft te zijn. Ze hoeven daarvoor niet te wachten tot ze 18 zijn. Ik zal altijd hun moeder blijven, het maakt niet uit waar ze zijn. Ik zeg niet dat dat eenvoudig is, de kunst is om altijd trouw te blijven aan jezelf, naar anderen te luisteren en eruit te halen wat je nodig hebt en te bedenken dat iedereen naar de wereld kijkt vanuit zijn eigen perspectief. Van daaruit ga ik verder, waar naartoe? Wie zal het zeggen, ik weet het zelf nog niet, maar tot nu toe is het leven altijd een verrassing gebleken, soms een mooiere dan anders, maar het is altijd aan mij om de kiezen bij iedere kans die zich voordoet. We zullen zien.